Tag: Mozaiek0548
De dienst vandaag in Mozaiek0548 ging over roeping. Later verschenen er op de socials een paar vragen naar aanleiding van de preek.
Mijn reactie op dit bericht:
- Roeping vind ik een heel moeilijk woord. Ik heb toen ik een jaar of 17/18 was één keer heel duidelijk de woorden ‘volg Mij’ gevoeld. Dat was een levenveranderend moment.
Maar was dat een roeping? Ik heb geen opdrachten gekregen van doe dit of doe dat. - Die situaties zijn er zat. Ik heb zo vaak voor een taak gestaan dat ik dacht: ‘nee, dit is niet hetgene dat ik moet doen. Een soort Mozes die aangeeft niet voor een taak geschikt te zijn. Maar misschien ook wel als Gideon, die vanmorgen uitgelicht werd.
Wel mooi om te ontdekken dat er vrijwel identieke teksten over deze twee in de bijbel staan:
Exodus 3:11 Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12 God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn.
Rechters 6:15 ‘Mag ik U vragen,’ antwoordde Gideon, ‘hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie heeft in onze stam, Manasse, niets in te brengen, en ikzelf ben de jongste van de familie.’ 16 De HEER antwoordde: ‘Dat kun je omdat Ik je bijsta. - Ik denk dat ik mij het beste kan uiten door mijn doen (en laten!). En dan dicht bij huis.
Door het woord van Dinant heen hoorde ik steeds een zegenlied dat ik in mijn leven al heel vaak heb gehoord:
Aan uw daag’lijks leven,
uw gezin, uw werk.
Wil u daaraan geven,
daar bent u Gods kerk.
Ga nu heen in vrede,
ga en maak het waar.
Hier kun je de volledige tekst lezen en het lied beluisteren.
Dat lied wordt/werd ook vaak gezongen bij het kerk- en recreatiewerk van de Grote Witte Tent waar ik al vanaf mijn 18e bij betrokken ben. Dit jaar staat de tent voor de 60e keer in Dillingen, Luxemburg. We zoeken voor dit jubileumjaar nog teamleden (vanaf 18 jaar) om dit prachtige werk te doen. Voel jij je wellicht hier voor geroepen? Of ken je iemand die je deze prachtige ervaring gunt? Neem dan gerust contact met me op. Meer informatie: www.grotewittetent.nl.
Een lied dat al een groot deel van mijn leven met me meereist. Dit lied dat bekend is vanuit de internationale christelijke oecumenische kloostergemeenschap in Taizé.
Ik werd er voor het eerst door geraakt toen Jolanda en ik rond 1998 betrokken waren bij de stiltemomenten in de (later door brand verwoeste) Moeder Teresakerk in Hengelo. In het jachtige leven was er tijdens de koopavonden een mogelijkheid om even aan de drukte te ontsnappen in een eenvoudige viering. Er werden een paar Taizéliederen gezongen, een schriftlezing, een lang moment van stilte en het bidden van het avondgebed van Maarten Luther.
Heer, blijf bij ons, want het is avond
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk
aan de avond van de dag,
aan de avond van het leven,
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons
met uw genade en goedheid,
met uw troost en zegen,
met uw woord en sacrament.
Blijf bij ons
wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst,
de nacht van twijfel en aanvechting,
de nacht van de strenge, bittere dood.
Blijf bij ons
in leven en in sterven,
in tijd en eeuwigheid.
Amen.
Door deze diensten is ook mijn vriendschap onstaan met emeritus studentenpastor, schrijver en kunstenaar Jan de Jongh (1932). Als je iets wilt weten over het maken van een liturgie, of bijvoorbeeld over symbolen, gebruiken of rituelen in de kerk, dan ben je bij hem aan het juiste adres.
In latere jaren kwam het lied met regelmaat terug in de vieringen in aanloop naar Pasen en in de nachtwake in de Paasnacht. Dit was in de Bethelkerk in Hengelo. De Protestanse gemeente huist tegenwoordig in de Waterstaatskerk.
Tijdens en na mijn scheiding in 2015 heb ik een aantal jaren gewoond in Woongemeenschap De Wonne in Enschede. Een heel goede plek voor iemand die net als ik even op adem moet komen. In de Wonne werd een aantal gebruiken uit het kloosterleven aangehouden met gebedsmomenten in de ochtend en ‘s avonds. Vaak sloot ik hier in de avond bij aan. Ook hier een heel eenvoudige opzet. Er waren multomappen met verschillende liederen waar we iedere avond een keuze uit maakten. Vaak werd een aantal malen ‘Als alles duister is’ gezongen. Maar ook in deze viering was het de stilte die heel belangrijk was.
Op andere momenten, vooral wanneer iemand onheil overkomt, is dit lied het eerste dat in mijn gedachten komt. Het geeft me woorden op een moment dat ik zelf geen woorden kan vinden.
En dan vanmorgen. Aan het begin van de dienst in Mozaiek0548 werd het donker in de zaal. Totdat de drie Adventskaarsen werden aangestoken. En ondertussen werd ‘Als alles duister is’ gezongen.
Ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, een vuur dat nooit meer dooft.
In de dienst werd gesproken door Johanna Hazelhoff. Over de Lofzang van Maria.
Maria en Elisabet
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
Johanna heeft veel uitgelegd over de tekst, die werd voorgelezen door een jongedame die de leeftijd had van Maria destijds. Ik kan het onmogelijk hier navertellen. Maar ik hou van de nuchtere manier van nadenken over hoe bijvoorbeeld mensen (en Josef) zouden reageren op de zwangerschap van Maria. Over onder meer het verspreiden van roddels, waar ook wij helaas goed in zijn. Maar Maria had een wijde blik. Zij wist dat wat zij meemaakte groter was dan welke veroordeling dan ook.
Maar het lied ‘Als alles duister is’ bleef de hele dag in mijn hoofd. Daarom sluit ik de dag hiermee af.