Deze zomer kwam er een (vrijwilligers)vacature voor een medewerker secretariaat bij de kerk. Er werd iemand gezocht om de ledenadministratie bij te houden en om binnenkomende mail te beantwoorden of door te zetten. Ik ben een aantal keren teruggegaan naar die advertentie en raakte ik er van overtuigd dat deze taak mij op het lijf geschreven is. Na een uitgebreide brief en een gesprek was afgelopen dinsdag het moment dat ik tijdens een vergadering werd ingezegend voor deze taak.
Er werden mooie woorden gesproken en in een kring om mij heen werd gebeden en werd een zegen over mijn werk uitgesproken. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik mij beter kan uitdrukken met geschreven woorden dan in een gesprek. Daarom werd speciaal een zegen gevraagd over mijn handen, dat die de juiste woorden mogen schrijven.
Mijn vingers werden hiervoor door één van de aanwezigen gezalfd met olie. Een symbool dat diepe indruk maakte,
Het vinden van juiste woorden en vooral het nalaten van het spreken en schrijven van zinnen die eigenlijk niets toevoegen, dat is iets waar ik vaak mee bezig ben. Ik betrap mezelf er soms op dat ik met name op social media reacties klaar heb staan die voor mij misschien wel opluchten, maar die voor de ontvanger niet altijd fijn zijn. Het komt regelmatig voor dat ik mijn reactie dan toch maar niet plaats.
Om mij hierbij te helpen heb ik een quote op mijn prikbord hangen. En ik lees hem iedere dag:
Verder kreeg ik een mooie tekst mee uit Psalm 139:
1 Voor de koorleider. Van David, een psalm.
HEER, U kent mij, U doorgrondt mij,
2 U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
3 Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.
4 Geen woord ligt op mijn tong,
of U, HEER, kent het ten volle.
5 U omsluit mij, van achter en van voren,
U legt uw hand op mij.
6 Wonderlijk zoals U mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
Heel bijzonder hoe deze Psalm op verschillende momenten in mijn leven voorbij komt.
De afgelopen dagen kwam door deze indrukwekkende gebeurtenis steeds één lied in mijn gedachten. Ik hoop dat wat in dit lied gezongen wordt, door mijn contacten via het secretariaat mag doorwerken.
Laat mij zijn een instrument,
Heer, in Uw hand
en gebruik mij waar Gij wilt,
dat ik U dienen zal.
Geef mij een open hart,
dat ’t stille schreien hoort
en laat mij helpen waar,
’t leven zo zwaar schijnt te zijn.
Laat mij steeds wijzen Heer,
naar Uw genadetroon,
hulp, troost en plaats is daar,
bereid door Uwe Zoon.
Laat mij zijn een brandend licht,
stralend door U,
schijnend in de duisternis,
waarin zovelen gaan.
Dat ‘k altijd spreken zal,
over Uw liefdedaad
en Uw vergeving,
die zondaren op doet staan.
Geef dat ik anderen,
brengen mag aan Uw voet
en maakt mijzelf bereid,
mijn weg met U te gaan.
Vader, ik wil U danken,
dat Gij gaf Uw Zoon,
stervend voor verlorenen,
droeg Hij mijn zondeloon,
daar Hij verlaten werd,
alleen en eenzaam was.
Dat nimmer ik meer zo,
door U verlaten zou zijn.
Laat mij dan leven Heer,
getuigend van Uw gena,
Gij zijt mijn Heer en God,
die leeft en leven geeft.