Ditjes en datjes en dingen die me bezighouden

Tag: Kerk (Pagina 1 van 2)

Nieuwe taak bij Mozaiek0548

Deze zomer kwam er een (vrijwilligers)vacature voor een medewerker secretariaat bij de kerk. Er werd iemand gezocht om de ledenadministratie bij te houden en om binnenkomende mail te beantwoorden of door te zetten. Ik ben een aantal keren teruggegaan naar die advertentie en raakte ik er van overtuigd dat deze taak mij op het lijf geschreven is. Na een uitgebreide brief en een gesprek was afgelopen dinsdag het moment dat ik tijdens een vergadering werd ingezegend voor deze taak.

Er werden mooie woorden gesproken en in een kring om mij heen werd gebeden en werd een zegen over mijn werk uitgesproken. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik mij beter kan uitdrukken met geschreven woorden dan in een gesprek. Daarom werd speciaal een zegen gevraagd over mijn handen, dat die de juiste woorden mogen schrijven.

Mijn vingers werden hiervoor door één van de aanwezigen gezalfd met olie. Een symbool dat diepe indruk maakte,

Het vinden van juiste woorden en vooral het nalaten van het spreken en schrijven van zinnen die eigenlijk niets toevoegen, dat is iets waar ik vaak mee bezig ben. Ik betrap mezelf er soms op dat ik met name op social media reacties klaar heb staan die voor mij misschien wel opluchten, maar die voor de ontvanger niet altijd fijn zijn. Het komt regelmatig voor dat ik mijn reactie dan toch maar niet plaats.

Om mij hierbij te helpen heb ik een quote op mijn prikbord hangen. En ik lees hem iedere dag:

"Before you speak ask yourself if what you are going to say is true, is kind, is necessary, is helpful.  If the answer is no, maybe what you are about to say should be left unsaid"  Bernard Meltzer

Verder kreeg ik een mooie tekst mee uit Psalm 139:

1 Voor de koorleider. Van David, een psalm.
HEER, U kent mij, U doorgrondt mij,
2 U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
3 Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.
4 Geen woord ligt op mijn tong,
of U, HEER, kent het ten volle.
5 U omsluit mij, van achter en van voren,
U legt uw hand op mij.

6 Wonderlijk zoals U mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.

Heel bijzonder hoe deze Psalm op verschillende momenten in mijn leven voorbij komt.

De afgelopen dagen kwam door deze indrukwekkende gebeurtenis steeds één lied in mijn gedachten. Ik hoop dat wat in dit lied gezongen wordt, door mijn contacten via het secretariaat mag doorwerken.

Laat mij zijn een instrument,
Heer, in Uw hand
en gebruik mij waar Gij wilt,
dat ik U dienen zal.
Geef mij een open hart,
dat ’t stille schreien hoort
en laat mij helpen waar,
’t leven zo zwaar schijnt te zijn.
Laat mij steeds wijzen Heer,
naar Uw genadetroon,
hulp, troost en plaats is daar,
bereid door Uwe Zoon.

Laat mij zijn een brandend licht,
stralend door U,
schijnend in de duisternis,
waarin zovelen gaan.
Dat ‘k altijd spreken zal,
over Uw liefdedaad
en Uw vergeving,
die zondaren op doet staan.
Geef dat ik anderen,
brengen mag aan Uw voet
en maakt mijzelf bereid,
mijn weg met U te gaan.

Vader, ik wil U danken,
dat Gij gaf Uw Zoon,
stervend voor verlorenen,
droeg Hij mijn zondeloon,
daar Hij verlaten werd,
alleen en eenzaam was.
Dat nimmer ik meer zo,
door U verlaten zou zijn.
Laat mij dan leven Heer,
getuigend van Uw gena,
Gij zijt mijn Heer en God,
die leeft en leven geeft.

Roeping

De dienst vandaag in Mozaiek0548 ging over roeping. Later verschenen er op de socials een paar vragen naar aanleiding van de preek.

Mijn reactie op dit bericht:

  1. Roeping vind ik een heel moeilijk woord. Ik heb toen ik een jaar of 17/18 was één keer heel duidelijk de woorden ‘volg Mij’ gevoeld. Dat was een levenveranderend moment.
    Maar was dat een roeping? Ik heb geen opdrachten gekregen van doe dit of doe dat.
  2. Die situaties zijn er zat. Ik heb zo vaak voor een taak gestaan dat ik dacht: ‘nee, dit is niet hetgene dat ik moet doen. Een soort Mozes die aangeeft niet voor een taak geschikt te zijn. Maar misschien ook wel als Gideon, die vanmorgen uitgelicht werd.
    Wel mooi om te ontdekken dat er vrijwel identieke teksten over deze twee in de bijbel staan:
    Exodus 3:11 Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12 God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn.
    Rechters 6:15 ‘Mag ik U vragen,’ antwoordde Gideon, ‘hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie heeft in onze stam, Manasse, niets in te brengen, en ikzelf ben de jongste van de familie.’ 16 De HEER antwoordde: ‘Dat kun je omdat Ik je bijsta.
  3. Ik denk dat ik mij het beste kan uiten door mijn doen (en laten!). En dan dicht bij huis.
    Door het woord van Dinant heen hoorde ik steeds een zegenlied dat ik in mijn leven al heel vaak heb gehoord:

    Aan uw daag’lijks leven,
    uw gezin, uw werk.
    Wil u daaraan geven,
    daar bent u Gods kerk.
    Ga nu heen in vrede,
    ga en maak het waar.


    Hier kun je de volledige tekst lezen en het lied beluisteren.

    Dat lied wordt/werd ook vaak gezongen bij het kerk- en recreatiewerk van de Grote Witte Tent waar ik al vanaf mijn 18e bij betrokken ben. Dit jaar staat de tent voor de 60e keer in Dillingen, Luxemburg. We zoeken voor dit jubileumjaar nog teamleden (vanaf 18 jaar) om dit prachtige werk te doen. Voel jij je wellicht hier voor geroepen? Of ken je iemand die je deze prachtige ervaring gunt? Neem dan gerust contact met me op. Meer informatie: www.grotewittetent.nl.

Dans nos obscurités

Een lied dat al een groot deel van mijn leven met me meereist. Dit lied dat bekend is vanuit de internationale christelijke oecumenische kloostergemeenschap in Taizé.

Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.

Ik werd er voor het eerst door geraakt toen Jolanda en ik rond 1998 betrokken waren bij de stiltemomenten in de (later door brand verwoeste) Moeder Teresakerk in Hengelo. In het jachtige leven was er tijdens de koopavonden een mogelijkheid om even aan de drukte te ontsnappen in een eenvoudige viering. Er werden een paar Taizéliederen gezongen, een schriftlezing, een lang moment van stilte en het bidden van het avondgebed van Maarten Luther.

Heer, blijf bij ons, want het is avond
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk
aan de avond van de dag,
aan de avond van het leven,
aan de avond van de wereld.

Blijf bij ons
met uw genade en goedheid,
met uw troost en zegen,
met uw woord en sacrament.

Blijf bij ons
wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst,
de nacht van twijfel en aanvechting,
de nacht van de strenge, bittere dood.

Blijf bij ons
in leven en in sterven,
in tijd en eeuwigheid.

Amen.

Door deze diensten is ook mijn vriendschap onstaan met emeritus studentenpastor, schrijver en kunstenaar Jan de Jongh (1932). Als je iets wilt weten over het maken van een liturgie, of bijvoorbeeld over symbolen, gebruiken of rituelen in de kerk, dan ben je bij hem aan het juiste adres.

In latere jaren kwam het lied met regelmaat terug in de vieringen in aanloop naar Pasen en in de nachtwake in de Paasnacht. Dit was in de Bethelkerk in Hengelo. De Protestanse gemeente huist tegenwoordig in de Waterstaatskerk.

Tijdens en na mijn scheiding in 2015 heb ik een aantal jaren gewoond in Woongemeenschap De Wonne in Enschede. Een heel goede plek voor iemand die net als ik even op adem moet komen. In de Wonne werd een aantal gebruiken uit het kloosterleven aangehouden met gebedsmomenten in de ochtend en ‘s avonds. Vaak sloot ik hier in de avond bij aan. Ook hier een heel eenvoudige opzet. Er waren multomappen met verschillende liederen waar we iedere avond een keuze uit maakten. Vaak werd een aantal malen ‘Als alles duister is’ gezongen. Maar ook in deze viering was het de stilte die heel belangrijk was.

Op andere momenten, vooral wanneer iemand onheil overkomt, is dit lied het eerste dat in mijn gedachten komt. Het geeft me woorden op een moment dat ik zelf geen woorden kan vinden.

En dan vanmorgen. Aan het begin van de dienst in Mozaiek0548 werd het donker in de zaal. Totdat de drie Adventskaarsen werden aangestoken. En ondertussen werd ‘Als alles duister is’ gezongen.

Ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, een vuur dat nooit meer dooft.

In de dienst werd gesproken door Johanna Hazelhoff. Over de Lofzang van Maria.

Maria en Elisabet
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.

Johanna heeft veel uitgelegd over de tekst, die werd voorgelezen door een jongedame die de leeftijd had van Maria destijds. Ik kan het onmogelijk hier navertellen. Maar ik hou van de nuchtere manier van nadenken over hoe bijvoorbeeld mensen (en Josef) zouden reageren op de zwangerschap van Maria. Over onder meer het verspreiden van roddels, waar ook wij helaas goed in zijn. Maar Maria had een wijde blik. Zij wist dat wat zij meemaakte groter was dan welke veroordeling dan ook.

Maar het lied ‘Als alles duister is’ bleef de hele dag in mijn hoofd. Daarom sluit ik de dag hiermee af.

Waarom, o God, waarom

Vanmorgen een mooie dienst gehad in Mozaiek0548 waarin Joël Boertjens ons meenam naar het boek Habakuk. Met een mooie boodschap over niet loslaten. Het leven gaat niet altijd zoals jij dat wilt. Je kunt ellende op je pad krijgen. En dan mag je het uitschreeuwen naar God: Waarom? En hoe lang nog? Maar je mag ook altijd die Vaderhand vasthouden.

Ik moest tijdens de dienst denken aan een muziekbundel van Youth for Christ die ik thuis heb. Ik moest deze er gewoon bijpakken vanmiddag. De dienst van vanmorgen samengevat in een lied:

Habakuk 2
[2] Dit was het antwoord van de HEER.
Schrijf dit visioen op, grif het duidelijk in platen,
zodat het in een oogopslag te lezen is.
[3] Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is,
het getuigt ervan, het liegt niet.
Ook al is het nog niet vervuld,
wacht maar, het komt zeker,
het zal niet uitblijven.

Waarom, o God, waarom?

Waarom, waarom? Waarom, o God, waarom?
Ik roep naar U bij dag en nacht,
terwijl ik op uw antwoord wacht,
U luistert niet, uw stem blijft stom. Waarom?

Waarom, waarom? Waarom, o God, waarom?
Ik schreeuw het uit: “Geweld, geweld”.
De mensen sterven ongeteld.
Ze buigen wat nog recht was krom. Waarom?

Waarom, waarom? Waarom, o God, waarom?
Zie wat ons hier wordt aangedaan.
Hoe lang moet dat nog verder gaan?
Wij komen in het onrecht om. Waarom?

Ik zal van U dromen, dan ben ik niet bang.
Het antwoord zal komen, al duurt het ook lang.
Ik blijf op u wachten. Ik hoop op uw woord.
Ik weet in gedachten dat U naar mij hoort.


Tekst & muziek: Eveline Stern

Foto-opdracht

Genesis 1: 24-31 God zei: ‘Laat de aarde alle soorten levende wezens voortbrengen: alle soorten vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. God maakte alle soorten in het wild levende dieren, alle soorten vee en alle soorten dieren die op de aardbodem rondkruipen. En God zag dat het goed was.
God zei: ‘Laten Wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heersen over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ Ook zei God: ‘Hierbij geef Ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef Ik alle groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. God zag alles wat Hij had gemaakt: het was zeer goed. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.

Foto-opdracht

Genesis 1: 20-23 God zei: ‘Laat het water wemelen van levende wezens, en laten er boven de aarde, langs het hemelgewelf, vogels vliegen.’ En God schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en alle soorten vogels, alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag.

Foto-opdracht

Genesis 1: 14-19 God zei: ‘Laten er lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten dienen als tekens die de feesten aangeven en de dagen en de jaren, en als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.
« Oudere berichten

© 2024 Alex Steegstra

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑